herbeluistert
- her·be·luis·tert
vervoeging van |
---|
herbeluisteren |
herbeluistert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbeluisteren
- Jij herbeluistert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbeluisteren
- Hij herbeluistert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herbeluisteren
- Herbeluistert!
- Het woord herbeluistert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.