Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hem·den

Zelfstandig naamwoord

de hemdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hemd

Werkwoord

vervoeging van
hemmen

hemden

  1. meervoud verleden tijd van hemmen
    • Wij hemden. 
    • Jullie hemden. 
    • Zij hemden.