heiligt
- hei·ligt
vervoeging van |
---|
heiligen |
heiligt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heiligen
- Jij heiligt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heiligen
- Hij heiligt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van heiligen
- Heiligt!
- Het woord heiligt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.