hardmaakt
- hard·maakt
vervoeging van |
---|
hardmaken |
hardmaakt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardmaken
- ... dat jij hardmaakt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardmaken
- ... dat hij hardmaakt.
- Het woord hardmaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.