hapjes
- hap·jes
de hapjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hap
- ▸ Ik kauwde zorgvuldig om optimaal te genieten van de nougat, pinda’s, karamel en melkchocolade. De rest van de heilige reep knaagde ik in minuscule hapjes gedurende de dag op.[1]
de hapjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hapje
- Het woord hapjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers