Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ni·ge

Bijvoeglijk naamwoord

hanige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van hanig

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be