Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·mer·den

Werkwoord

vervoeging van
hameren

hamerden

  1. meervoud verleden tijd van hameren
    • Wij hamerden. 
    • Jullie hamerden. 
    • Zij hamerden. 
     Persoonlijke hygiëne is natuurlijk een dingetje als je meer dan tien dagen niet doucht. Scout en Frodo, waar ik de eerste nacht in San Diego logeerde, hamerden er bij mij op geen zeep en shampoo in de natuur te gebruiken.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers