• ha·cien·da
enkelvoud meervoud
hacienda haciendas

hacienda v

  1. landgoed, haciënda
vervoeging van
hacendar

hacienda

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hacendar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hacendar