• hø·re
Naar frequentie

hører

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van høre


hører

  1. verouderde spelling of vorm van høyrer tot 2012 [1]
(= tegenwoordige tijd van høra en høre)
  1. Taalhervorming 2012:
    Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
    2.1.2 Diftong eller monoftong: øy/ø framfor r