Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

guezmère v

  1. (spreektaal) gekruid braadworstje [1]
  2. (spreektaal) bonenstaak, lange slungel
    «Philippe, il veut pas venir à la piscine parce qu’en maillot c’est une guezmère
    Philippe wil niet naar het zwembad komen omdat-ie een lange bonenstaak is in zijn zwembroek. [1]

Verwijzingen