groothou
- groot·hou
vervoeging van |
---|
groothouden |
groothou
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groothouden
- ... dat ik groothou.
- Het woord groothou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
groothouden |
groothou