groetten
- groet·ten
vervoeging van |
---|
groeten |
groetten
- meervoud verleden tijd van groeten
- Wij groetten.
- Jullie groetten.
- Zij groetten.
- Wij groetten.
- Het woord groetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
groeten |
groetten