• gra·veert
vervoeging van
graveren

graveert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graveren
    • Jij graveert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graveren
    • Hij graveert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van graveren
    • Graveert!