grasmaaiden
- Geluid: grasmaaiden (hulp, bestand)
- gras·maai·den
vervoeging van |
---|
grasmaaien |
grasmaaiden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van grasmaaien
- ...dat wij grasmaaiden.
- ...dat jullie grasmaaiden.
- ...dat zij grasmaaiden.
- ...dat wij grasmaaiden.
- Het woord grasmaaiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.