Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gor·delt

Werkwoord

vervoeging van
gordelen

gordelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gordelen
    • Jij gordelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gordelen
    • Hij gordelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gordelen
    • Gordelt! 

Gangbaarheid