Afrikaans

Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Khoi.
enkelvoud meervoud
naamwoord gora gora's
verkleinwoord gora'tjie gora'tjie

Zelfstandig naamwoord

gora

  1. een ondiepe kuil in een droge rivierbedding waarin zich grondwater verzamelt.


Sloveens

Zelfstandig naamwoord

gora v

  1. berg