gooide vol
- Geluid: gooide vol (hulp, bestand)
- gooi·de vol
vervoeging van |
---|
volgooien |
gooide vol
- enkelvoud verleden tijd van volgooien
- Ik gooide vol.
- Jij gooide vol.
- Hij, zij, het gooide vol.
- Ik gooide vol.
- Het woord gooide vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.