Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gil·le·tje

Zelfstandig naamwoord

het gilletjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gil

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be