gezinsleden
- Geluid: gezinsleden (hulp, bestand)
- ge·zins·le·den
de gezinsleden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gezinslid
- ▸ Bekenden van het gezin en omwonenden gingen er het hele weekeinde al van uit dat de slachtoffers van de brand de bewoners zouden zijn. In een kapel van de Protestantse Gemeente Duiven ligt sinds zondag een gedenkboek. Op de Facebookpagina's van de gezinsleden zijn veel berichten geplaatst.[1]
- Het woord gezinsleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Woningbrand in Duiven ontstaan na gezinsmoord” (Maandag 27 januari 2020, 15:59), NOS