gewon
- ge·won
vervoeging van |
---|
gewinnen |
gewon
- enkelvoud verleden tijd van gewinnen
- Ik gewon.
- Jij gewon.
- Hij, zij, het gewon.
- Ik gewon.
- Het woord gewon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
gewinnen |
gewon