gewaagt
- ge·waagt
vervoeging van |
---|
gewagen |
gewaagt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewagen
- Jij gewaagt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewagen
- Hij gewaagt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gewagen
- Gewaagt!
- Het woord gewaagt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.