Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·vol·mach·tig·de

Werkwoord

vervoeging van: volmachtigen…
verbogen vorm: gevolmachtigdee

gevolmachtigde

  1. verbogen vorm van gevolmachtigd, voltooid deelwoord van volmachtigen

Bijvoeglijk naamwoord

gevolmachtigde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gevolmachtigd

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be