gevindiceerd
- ge·vin·di·ceerd
- vervoeging van vindiceren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | vindiceren… |
verbogen vorm: | gevindiceerde |
gevindiceerd
- voltooid deelwoord van vindiceren
vervoeging van: | vindiceren… |
verbogen vorm: | gevindiceerde |
gevindiceerd