getroostte
- Geluid: getroostte (hulp, bestand)
- ge·troost·te
vervoeging van |
---|
getroosten |
getroostte
- enkelvoud verleden tijd van getroosten
- Ik getroostte.
- Jij getroostte.
- Hij, zij, het getroostte.
- Ik getroostte.
- Het woord getroostte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.