Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·trap·te

Bijvoeglijk naamwoord

getrapte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van getrapt

Werkwoord

vervoeging van: trappen…
verbogen vorm: getraptee

getrapte

  1. verbogen vorm van getrapt, voltooid deelwoord van trappen

Gangbaarheid