Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tem·de

Bijvoeglijk naamwoord

getemde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van getemd

Werkwoord

vervoeging van: temmen…
verbogen vorm: getemdee

getemde

  1. verbogen vorm van getemd, voltooid deelwoord van temmen

Gangbaarheid