Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·stich·te

Bijvoeglijk naamwoord

gestichte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gesticht

Werkwoord

vervoeging van: stichten…
verbogen vorm: gestichtee

gestichte

  1. verbogen vorm van gesticht, voltooid deelwoord van stichten

Gangbaarheid