germaniseer
- Geluid: germaniseer (hulp, bestand)
- ger·ma·ni·seer
vervoeging van |
---|
germaniseren |
germaniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van germaniseren
- Ik germaniseer.
- gebiedende wijs van germaniseren
- Germaniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van germaniseren
- Germaniseer je?
- Het woord germaniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.