Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·dis·po·neer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gedisponeerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gedisponeerd

Werkwoord

vervoeging van: disponeren…
verbogen vorm: gedisponeerdee

gedisponeerde

  1. verbogen vorm van gedisponeerd, voltooid deelwoord van disponeren

Gangbaarheid