Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·di·ri·geer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gedirigeerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gedirigeerd

Werkwoord

vervoeging van: dirigeren…
verbogen vorm: gedirigeerdee

gedirigeerde

  1. verbogen vorm van gedirigeerd, voltooid deelwoord van dirigeren

Gangbaarheid