Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·buis·de

Bijvoeglijk naamwoord

gebuisde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gebuisd

Werkwoord

vervoeging van: buizen…
verbogen vorm: gebuisdee

gebuisde

  1. verbogen vorm van gebuisd, voltooid deelwoord van buizen

Gangbaarheid