Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·brouil·leer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gebrouilleerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gebrouilleerd

Werkwoord

vervoeging van: brouilleren…
verbogen vorm: gebrouilleerdee

gebrouilleerde

  1. verbogen vorm van gebrouilleerd, voltooid deelwoord van brouilleren

Gangbaarheid