gaufreerden
- Geluid: gaufreerden (hulp, bestand)
- gau·freer·den
vervoeging van |
---|
gaufreren |
gaufreerden
- meervoud verleden tijd van gaufreren
- Wij gaufreerden.
- Jullie gaufreerden.
- Zij gaufreerden.
- Wij gaufreerden.
- Het woord gaufreerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.