fuera
- IPA: /ˈfwe.ɾa/
- fue·ra
fuera
vervoeging van |
---|
ir |
fuera
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ir
vervoeging van |
---|
irse |
fuera
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van irse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van irse
vervoeging van |
---|
ser |
fuera