frietje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  frietje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• friet·je

Zelfstandig naamwoord

het frietje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord friet

Gangbaarheid

• Het woord frietje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frietje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.