freakte
- freak·te
vervoeging van |
---|
freaken |
freakte
- enkelvoud verleden tijd van freaken
- Ik freakte.
- Jij freakte.
- Hij, zij, het freakte.
- Ik freakte.
- Het woord freakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
freaken |
freakte