fotokopieerde
- fo·to·ko·pi·eer·de
vervoeging van |
---|
fotokopiëren |
fotokopieerde
- enkelvoud verleden tijd van fotokopiëren
- Ik fotokopieerde.
- Jij fotokopieerde.
- Hij, zij, het fotokopieerde.
- Ik fotokopieerde.
- Het woord fotokopieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.