• for·ma·li·seer
vervoeging van
formaliseren

formaliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van formaliseren
    • Ik formaliseer. 
  2. gebiedende wijs van formaliseren
    • Formaliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van formaliseren
    • Formaliseer je?