Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fleurt

Werkwoord

vervoeging van
fleuren

fleurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fleuren
    • Jij fleurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fleuren
    • Hij fleurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fleuren
    • Fleurt!