finaliseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: finaliseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fi·na·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
finaliseren |
finaliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van finaliseren
- Ik finaliseer.
- gebiedende wijs van finaliseren
- Finaliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van finaliseren
- Finaliseer je?
Gangbaarheid
- Het woord finaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.