filtert
- fil·tert
vervoeging van |
---|
filteren |
filtert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filteren
- Jij filtert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filteren
- Hij filtert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van filteren
- Filtert!
- Het woord filtert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.