Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fiet·sers

Zelfstandig naamwoord

de fietsersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fietser
     De grootste ergernissen die erin staan zijn de smerige toiletgewoontes, roken op straat en dronken fietsers. En qua gedrag zijn er ook genoeg regels waar toeristen zich voortaan aan moeten houden. Zo is fooi geven een no-go en mag je een 'maiko', een Japanse gezelschapsdame, nooit aan haar kimono trekken.[1]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kyoto voedt 'smerige' toeristen op” (03-09-2015,), NOS