feestgangertjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  feestgangertjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• feest·gan·ger·tjes

Zelfstandig naamwoord

de feestgangertjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord feestganger

Gangbaarheid

• Het woord feestgangertjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.