farceerden
- Geluid: farceerden (hulp, bestand)
- far·ceer·den
vervoeging van |
---|
farceren |
farceerden
- meervoud verleden tijd van farceren
- Wij farceerden.
- Jullie farceerden.
- Zij farceerden.
- Wij farceerden.
- Het woord farceerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.