• för·skol·ors
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel för-
Naar frequentie zeldzaam

förskolors

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van förskola
    «Det är ofta tekniska problem som tillkommer under förskolors projekteringstid.»
    Er zijn vaak technische problemen die zich voordoen tijdens de planningstijd voor de kleuterschool.