explosé

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van exploser

explosé

  1. (spreektaal) doodmoe
    «Putain, comment je suis explosé après cet entraînement de thaï!»
    Verdomme wat ben ik kapot na die thaibokstraining! [1]
  2. (taalkunde) (van plofklanken) waarbij het tegenhouden van de luchtstroom opeens stopt (zoals bij de p, t en k in het Nederlands)