expireerde
- Geluid: expireerde (hulp, bestand)
- ex·pi·reer·de
vervoeging van |
---|
expireren |
expireerde
- enkelvoud verleden tijd van expireren
- Ik expireerde.
- Jij expireerde.
- Hij, zij, het expireerde.
- Ik expireerde.
- Het woord expireerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.