evolueerde
- Geluid: evolueerde (hulp, bestand)
- evo·lu·eer·de
vervoeging van |
---|
evolueren |
evolueerde
- enkelvoud verleden tijd van evolueren
- Ik evolueerde.
- Jij evolueerde.
- Hij, zij, het evolueerde.
- Ik evolueerde.
- Het woord evolueerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.