escaleerden
- Geluid: escaleerden (hulp, bestand)
- es·ca·leer·den
vervoeging van |
---|
escaleren |
escaleerden
- meervoud verleden tijd van escaleren
- Wij escaleerden.
- Jullie escaleerden.
- Zij escaleerden.
- Wij escaleerden.
- Het woord escaleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.