equipeert
equi·peert
vervoeging van |
---|
equiperen |
equipeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen
- Jij equipeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen
- Hij equipeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van equiperen
- Equipeert!
- Het woord equipeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.